Korte geschiedenis van het Rijksmuseum
1798: De regering besloot een nationaal museum op te richten als een 'prestigeproject' om patriottische gevoelens te inspireren en belangrijke voorwerpen te bewaren.
1800: De National Art Gallery wordt geopend in Den Haag met meer dan 200 schilderijen en historische objecten uit zowel de collecties van de Stadhouders als uit nationale instellingen.
1808: Keizer Napoleon Bonaparte verhuist de nationale collecties naar het Koninklijk Paleis op de Dam in de nieuwe hoofdstad, samen met andere belangrijke schilderijen, waaronder 'De Nachtwacht' van Rembrandt.
1809: Het Koninklijk Museum wordt officieel geopend op de bovenste verdieping van het paleis.
1813: Koning Willem I verhuist het museum en de nationale prentencollectie van Den Haag naar het Trippenhuis, een 17e-eeuws stadspaleis, en doopt het om tot 'Rijks Museum', of 'nationaal museum'.
1876: De bouw van Nederland's eigen nationale museumgebouw. Pierre Cuypers krijgt de opdracht als architect.
1885: Het Rijksmuseum wordt geopend voor het publiek en biedt onderdak aan bijna de hele collectie oudere schilderijen van Amsterdam, naast de bestaande collecties.
1904-1950s: Een reeks renovaties, waaronder de bouw van de Philipsvleugel en de nieuwe afdeling Aziatische kunst.
2003-2013: Het museum werd gerestaureerd naar het oorspronkelijke architectonische plan van Cuypers, waarbij schilderijen, toegepaste kunst en geschiedenis niet langer in afzonderlijke delen van het gebouw worden tentoongesteld, maar een chronologisch verhaal vertellen.