Anne Frank, een Duits-Nederlandse dagboekschrijfster van Joodse afkomst, verhuisde in 1933 met haar familie naar Amsterdam.
In 1942 dook ze samen met haar familie onder toen de Joodse deportaties uit Nederland begonnen. Ze was toen pas 13. Twee jaar lang leefde de familie Frank, samen met vier anderen, ondergedoken totdat ze in 1944 werden ontdekt door de Gestapo en naar concentratiekampen werden gestuurd.
In november 1944 kwam Anne met haar zus Margot aan in Bergen-Belsen, waar ze ziek werd en in maart 1945 stierf aan tyfus.